Charles John Huffam Dickens (1812-1870), was één van de belangrijkste Engelse schrijvers. Kenmerkend voor zijn verhalen zijn de sociale misstanden, de verhaalopbouw, de cartooneske karakters en de humor.
Jeugd
Charles Dickens werd geboren als tweede van acht kinderen. Toen hij tien was verhuisde de familie Dickens van Rochester naar Londen om dichter bij vaders werkplek te wonen. Dickens maakte de reis met de postkoets, alleen. Er waren geen andere passagiers en hij had enkel sandwiches, een boek en wat kleren bij zich. Londen, een uitdijende en lawaaierige metropool, inspireerde Dickens en kroop in zijn kleren: de overvolle straten met karren en koetsen, met ruiters en straatventers, de eet- en koffiestalletjes tussen de afvalhopen en de bouwwerven, de blootsvoetse en in lompen geklede kinderen... Dickens zou in de loop van zijn leven overal komen: in werkhuizen en huurkazernes, in duistere kroegen, een opiumkit en mistige steegjes, in sloppenwijken en lijkenhuizen, in gevangenissen.
Schoolverlater
In 1824 werden zijn vader en de familie wegens schulden in de beruchte gevangenis Marshalsea Prison opgesloten. De twaalfjarige Charles verliet zijn school en ging werken in een schoensmeerfabriek. In die schoensmeerfabriek, in een vervallen magazijn bij Hungerford Stairs aan de oever van een stinkende rivier, werkte hij tien uur per dag en leerde hij de slechte arbeidsomstandigheden kennen. Het werd, net zoals de gekwetste kinderziel, een belangrijk thema in zijn werk.
Werk
Op zijn vijftiende ging Dickens werken op een advocatenkantoor. In 1835 werd hij verslaggever en ontstond zijn eerste journalistiek zijn werk. Deze beschrijvingen van Londen en het buitenleven werden later de basis voor zijn literaire werken. In 1842 reisde Dickens naar de verenigde Staten waar hij pleitte voor de afschaffing van de slavernij. Een jaar later verscheen zijn eerste en beroemdste kerstvertelling: A Christmas Carol in Prose een verhaal dat tot op heden in allerlei bewerkingen opgevoerd en verfilmd wordt.
Schrijven
Van 1853 tot 1870 trad Dickens regelmatig en succesvol op als voorlezer. Hiertoe bewerkte hij zijn teksten ingrijpend. Naast zijn schrijven deed Dickens veel aan liefdadigheid en voerde hij campagne voor de volksgezondheid, de huisvesting en opvoeding, hij reisde en wandelde vaak. Zijn slapeloosheid en zijn vriendschap met enkele politieofficieren brachten hem in contact met misdadigers, nachtbrakers, portiers, prostituees, nachtwerkers en daklozen. Dickens sukkelde vanaf 1860 met zijn gezondheid. De lezingen die hij gaf putten hem uit en eisten hun tol. Dickens overleed in 1870 op 58-jarige leeftijd.